Verlichting
Als een helihaven ’s nachts in gebruik is, moet er verlichting worden geïnstalleerd. Enkele van deze verlichtingstypen zijn:
- Perimeterverlichting van de helihaven: Deze lichten worden vlak in de grond gemonteerd op het TLOF-gebied (Touchdown and Lift-Off Area). Ze hebben standaard de kleur groen.
- Verlichting mag nooit een obstakel vormen dat de helikopter kan hinderen. Daarom mag verlichting op het TLOF niet hoger zijn dan 5 cm (2 inch).
- Een ander type verlichting is de schijnwerper (floodlight). Deze mag de helihavenverlichting niet verstoren en moet worden uitgeschakeld tijdens het landen of opstijgen. Schijnwerpers worden vooral gebruikt voor werkzaamheden op de grond in het donker.
- Een windzak is verplicht in de buurt van een helihaven. Deze helpt bij het bepalen van de windsnelheid en -richting.
- Ook bestaan er visuele naderinghulpmiddelen zoals HAPI of PAPI. Dit zijn geleidingssystemen die de piloot helpen om de juiste hoogte en dalingshoek aan te houden bij de landing.
Obstakels
Een obstakel is een vast object dat boven een obstakelbeveiligingsoppervlak uitsteekt en moet worden verlicht als de start- of landingsbaan ’s nachts wordt gebruikt.
Het markeren en/of verlichten van obstakels is bedoeld om het risico voor luchtvaartuigen te verkleinen door de aanwezigheid van obstakels duidelijk aan te geven.
Laag-intensiteits obstakelverlichting, type A of B, moet worden gebruikt wanneer het object relatief klein is en de hoogte minder dan 45 meter boven het omringende terrein bedraagt.
Een obstakellicht en een luchtvaartwaarschuwingslicht zijn hetzelfde.